Verbod TV-reclames kredietaanbiedingen ongewenst

De Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN) en de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) vinden een verbod op TV-reclames voor kredietaanbiedingen overbodig en ongewenst. Behoefte Consumptief krediet is niet weg te denken als middel voor veel consumenten om tijdelijke liquiditeitstekorten op te vangen en wensen en doelen te verwezenlijken. Consumptief krediet vervult daarmee een reële en geaccepteerde behoefte in de maatschappij. Een verbod is overbodig Consumptief krediet is een streng gereguleerd product. Sinds 1 januari 2006 is uitgebreide wet- en regelgeving van kracht over de wijze waarop consumenten voor het aangaan van een kredietovereenkomst moeten worden geïnformeerd. Dat geldt voor reclames zowel op TV en radio als in druk en voor het verplichte prospectus met gedetailleerde informatie. De NVB en VFN vinden dat daarmee een sluitend systeem van voorlichting is gerealiseerd. Belangrijker is nog dat de aanbieder, voordat hij de kredietovereenkomst aangaat, moet beschikken over voldoende informatie over de financiële positie van de klant om overkreditering te voorkomen en om te kunnen beoordelen of het aangaan van de overeenkomst verantwoord is. Deze wettelijke eis, samen met de strenge acceptatiecriteria van kredietverleners zelf, maken dat TV-reclame niet kán leiden tot overkreditering. Daarnaast houdt de AFM toezicht op het verstrekken van de informatie en handhaaft zij het verbod op overkreditering. Er zijn nauwelijks producten denkbaar die aan een strenger regime zijn onderworpen dan consumptief krediet. Een verbod is ongewenst Met inbegrip van de strenge regulering is consumptief krediet een product als ieder ander dat voorziet in behoeften van consumenten. Een verbod op TV-reclame zou het echter in de categorie van schadelijke producten plaatsen omdat het doel van dat verbod is dat het gebruik ervan afneemt. Het idee dat het een schadelijk product is hangt ondermeer samen met het idee dat consumptief krediet een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van problematische schulden. Dat idee is echter onjuist. Dat bij schuldsaneringen consumptieve kredieten vaak in het schuldenpakket voorkomen betekent niet dat zij daarmee de oorzaak van de problemen zijn. Problematische schulden ontstaan doordat consumenten geleidelijk meer en meer verplichtingen op zich nemen die zij uiteindelijk niet kunnen nakomen. Persoonlijke omstandigheden zoals echtscheiding, werkloosheid en arbeidsongeschiktheid spelen daarbij vaak een rol. Die verplichtingen zijn aangegaan bij bijvoorbeeld telecombedrijven, energiebedrijven, woningcorporaties, postorderbedrijven en financiële dienstverleners. Juist de strenge kredietverstrekkingregels zorgen ervoor dat kredieten niet de oorzaak zijn van problematische schulden. Echter, financiers zijn op het moment van het verstrekken van het krediet vaak niet op de hoogte van bestaande schulden anders dan uit hoofde van andere kredieten. En als kredietnemers die niet melden, wordt toch krediet verleend en komen kredieten dus voor in schuldenportefeuilles. Maar die kredieten zijn dan niet de oorzaak van de problematische schulden. Waar financiële dienstverleners onvoldoende informatie hebben kan dus ongewild overkreditering optreden. Om dat probleem te voorkomen werken kredietverstrekkers momenteel aan een schuldenregistratie, zodat zij hun acceptatiebeleid nog verder kunnen aanscherpen. Kern van het schuldenprobleem blijft echter dat een consument meer verplichtingen op zijn schouders neemt dan hij kan dragen. Dat probleem wordt met een verbod op TV-reclames voor consumptief krediet niet opgelost. Een verbod is daarom ongewenst. Maatschappelijke opvatting De discussie over consumptief krediet kent ook een moralistische component. De onderliggende opvatting is dan dat gespaard moet worden voordat een zaak of dienst genoten mag worden. De feiten geven aan dat een zeer groot deel van de bevolking die opvatting niet deelt . Consumptief krediet heeft sinds jaar en dag een gewaardeerde functie en is goed geregeld in de Wft. Een verbod op TV-reclame op moralistische gronden is dus strijdig met de maatschappelijke opvattingen. Omdat consumptief krediet een gewaardeerd en goed gereguleerd product is mag er, zoals voor elk product, reclame voor gemaakt worden. Dat die reclame tot doel heeft consumenten een lening te laten afsluiten is juist, dat doel deelt het met elke reclame. Wel dient bedacht te worden dat die lening met een doel wordt afgesloten, namelijk het aanschaffen van een product. Een consument die een prima keuken heeft zal niet om het maar hebben van een lening een nieuwe keuken laten installeren. Consumenten willen behoeften bevredigen en consumptief krediet is naast sparen een manier om dat mogelijk te maken. Maar als de consument een aanschaf overweegt die hij wil financieren, is het van groot belang dat hij zo breed mogelijk wordt geïnformeerd over de mogelijkheden en consequenties daarvan, ook via TV-reclames. Economische ordening Een verbod op TV-reclames is ook ongewenst omdat het de deur open zet naar regulering van andere onwelgevallige zaken terwijl daaraan geen of onvoldoende onderzoek ten grondslag ligt. Het beperken van de vrijheid om producten en diensten aan te prijzen is in strijd met de economische ordening waarvoor in Nederland en ook in Europa is gekozen. Een verbod op reclame is slechts aan de orde nadat onomstotelijk is vastgesteld dat die reclame of het product waarvoor reclame wordt gemaakt, schadelijk is. Zorgvuldig handelen NVB en VFN onderschrijven dat er zorgvuldig moet worden gehandeld bij reclame voor kredietaanbiedingen en bij de verstrekking van consumptief krediet. Alle wettelijke voorschriften dienen gevolgd te worden en de naleving dient te worden gecontroleerd.